“Ik houd mijn werk en privé strikt gescheiden. Mijn cliënten zijn niet mijn vrienden, dus ik deel geen privéinformatie. Ik heb dat in mijn opleiding zo geleerd omdat dat professioneel is en dat werkt voor mij het beste.”
Dit was een uitspraak van een van de deelnemers van de energetisch hypnosecoach opleiding. Ik was vorige week met een hele fijne kleine groep in de Ardennen voor een hypnose zomer retreat. En het gesprek kwam op dit onderwerp.
Toen ik destijds in de psychiatrie begon te werken werd mij dit inderdaad ook geleerd. Je deelt geen privéinformatie met (toen nog) patiënten. Het is niet professioneel en sommigen kunnen hier ook niet goed mee omgaan. Kunnen dan grensoverschrijdend gedrag gaan vertonen of zelfs bij je op de stoep staan.
Ik hield me hier altijd strikt aan. En dat voelde goed.
Echter, toen ik mijn eigen praktijk begon merkte ik dat het begon te schuren. Dappere vrouwen en ook mannen vertrouwden mij hun diepste zielenroerselen toe. Vele van hun worstelingen herkende ik – uit eigen ervaring. Toen hypnotherapie steeds meer in mijn werkwijze en spraakgebruik doorvlochten werd begon ik meer en meer te delen van mijn eigen ervaringen. Maar altijd functioneel. Dat wil zeggen, er zit altijd een boodschap in verpakt, een advies of oplossing die ze er zelf uit kunnen filteren en het dan opvolgen omdat het voor hun gevoel van henzelf is gekomen.
Noem het maar een inzicht. Het is een Ericksoniaanse aanpak. Genoemd naar de grondlegger van NLP, Milton Erickson. Metafoorverhalen worden ze ook wel genoemd. Maar in plaats van te praten over een haas en een konijn die samen een vraagstuk oplossen, gaan mijn metafoorverhalen over mij. Want ik heb ervaring genoeg.
Wat doet dit met je cliënt? Ik heb dit genoemd: het Ikea-effect.
Stel je voor, je hebt een kastje gekocht bij Ikea. Vol enthousiasme ga je aan de slag, al dan niet volgens de gebruiksaanwijzing. Het lijkt altijd zo eenvoudig. De praktijk leert anders. Vloekend wordt zo’n kastje meermalen in en uit elkaar gehaald omdat er ergens toch net een onderdeel niet goed zit, of juist ontbreekt.
Eindelijk staat het gewraakte kreng dan. Helemaal enthousiast richt je het in en je bekijkt het resultaat vol trots. Want ineens is dit het mooiste kastje van de wereld geworden. Waarom? Om de volgende reden, even plat uitgedrukt: Het is dan wel een k**kast, maar het is wel MIJN k**kast. Door er bloed zweet en tranen in te steken heeft de goedkope kast ineens een onbetaalbare waarde gekregen. Want JIJ hebt hem gecreëerd, ontdekt, en daarmee eigen gemaakt.
Hetzelfde gebeurt met metafoorverhalen. Je klant denkt dat zij luistert naar een anekdote, maar intussen betrekt zij alles op zichzelf en gaat bij zichzelf na of jouw oplossing ook voor haar zou werken. En neemt een beslissing. Daarmee is het HAAR Ikeakast geworden. Uit eigen inzicht geboren. En dat werkt heel motiverend voor hen.
Metafoorverhalen werken dus met zachte kracht, beter dan welk advies dan ook maar. Bovendien voelt het delen van mijn eigen ervaringen alsof er balans is. Als een cliënt mij wel van alles toevertrouwt, waarom ik dan niet?
Daarentegen begrijp ik ook het standpunt van mijn deelnemer deze week volledig. Je moet namelijk altijd doen wat goed voelt voor jou. Je eigen stijl ontwikkelen. Daarin is geen goed of fout. Vroeger voelde dit concept voor mij ook goed, momenteel niet meer. Een mens kan dus ook veranderen.
Nu ben ik heel benieuwd, hoe sta jij hierin? Deel jij dingen van jezelf? Of heel bewust juist niet? Wil je hier iets over delen?
Recente reacties